Angst
Angst kan heel nuttig zijn omdat het ons waarschuwt voor gevaar. Er wordt dan een ‘alarmsignaal’ afgegeven aan ons lichaam, waardoor een hogere hartslag, transpiratie of versnelde ademhaling kunnen ontstaan. Er kan echter sprake zijn van angst in situaties waarin geen gevaar dreigt. Mensen zijn bijvoorbeeld bang voor bepaalde dingen of situaties, maar kunnen ook angstig zijn zonder duidelijk aanwijsbare reden. Soms is de angst zo groot, dat iemand niet meer goed kan functioneren in het dagelijks leven. Het is dan mogelijk dat er sprake is van een angststoornis.
Met individuele therapie/cognitieve gedragstherapie of EMDR werken we aan het verminderen van de angsten. In de individuele therapie wordt er in veel gevallen gewerkt met exposure; door in stappen onder begeleiding blootgesteld te worden aan de angsten, is gebleken dat angstgevoelens verminderd kunnen worden.